Henny Dormits
‘Mijn vader had een vriend en die zat in het bestuur van de Nederlands-Hervormde Gemeente. Die zat ook in het verzet. Die vriend zei op een gegeven ogenblik: “Ik denk dat als jullie dooppapieren hebben van onze kerk, jullie dan niet weggevoerd zullen worden.” Wij moesten vervolgens bij een dominee komen en die schreef papieren uit. Op dat moment werd er tegen ons gezegd: “Vanaf nu af aan gaan jullie heel trouw naar de kerk en de jeugddiensten.” Dat hebben we toen ook gedaan. Ik kan je alle liedjes nog voor zingen als ik zou willen.
Ik ben te zien op de filmbeelden van de kerkdienst samen met een vriendin. Het lijkt net echt. Iedereen speelde mee. Of het allemaal echt was… Wij deden thuis niets aan het geloof. Helemaal niets. We hielden de schijn op dat we gedoopt waren om op die manier niet op transport te hoeven.
Dat gold ook voor vele anderen die op de Westerborkfilm te zien zijn bij de kerkdienst.
Alleen niemand wist dit van elkaar. Daar praatte je niet over. Dat was veel te gevaarlijk. Zelfs van mijn beste vriendin in het kamp wist ik niet of ze echt christelijk was of dat ze net als ik deed alsof ze het was.’
Henny Dormits (1929) kwam met haar familie in april 1943 in kamp Westerbork aan. Op 4 september 1944 werd ze met één van de laatste transporten naar Theresienstadt weggevoerd.