Het Medisch Laboratorium
‘Al als kleine jongen was chemie voor mij een droom. Ik had thuis in mijn slaapkamer een klein chemisch laboratorium opgezet met allerlei flessen en daar voerde ik met m’n vrienden allerlei experimenten uit.
In kamp Westerbork leerden allerlei bekende professoren aan mij en de andere jonge laboranten hoe we urine moesten onderzoeken. Dat stonk vreselijk! De urine moest je in een centrifuge doen en dan kreeg je een sediment. Dan moest je vervolgens kijken door een glaasje en moest je de zogeheten leukocyten tellen. Naderhand bekeek je of er chemische reacties ontstonden. Dan kon je bijvoorbeeld vaststellen of mensen geelzucht hadden.
Professor De Vries was een hele bekende wetenschapper, die was het hoofd van het laboratorium. Hij was een gerenommeerde hematoloog uit Amsterdam. En die had een dochter met vlechten, die werkte ook in het laboratorium.’
Zwi Eyal (1925), in de oorlogsjaren nog bekend onder de naam Harry Klafter, verbleef vanaf februari 1942 in kamp Westerbork. In september 1944, rond het vertrek van de laatste transporten, wist hij uit het kamp te ontsnappen.