De Registratie
‘Duizenden, ja tienduizenden heb ik daar aan me voorbij zien gaan. Allen kwamen binnen door dezelfde deur, uit de donkerte van het kamp. Eerst keken ze in de felle lichten en dan naar de lange tafels met tikkende typewriters en registrerend personeel.
Daarachter in de verte bij het toneel stond meestal Gemmeker in volle glorie, bewust van zijn macht over deze mensjes, die hij kon verdelgen als vliegen, doch waarmee hij speelde als een kind met zijn poppen, tot zij op een zekere dag, “nach dem Osten abgeschoben wurden”.
Meestal droeg hij een gloednieuwe chroomleren regenjas. De lefpet van SS-officier stond schuin op zijn grijzend-blonde lange lokken en in zijn posse van fel-gedecideerd Germaan keek hij rond als een roofvogel, die zijn prooi zoekt, onberoerd door het leed, geïmponeerd door eigen macht en grootheid.
Langzaam liep de grote zaal vol met door de reis verfomfaaide mensjes, oud en jong, klein en groot, eenvoudigen en uit betere standen, alles dooreen. Spoedig was de ruimte vervuld met een gegons van stemmen begeleid door het tikgeluid der schrijfmachines en het gehuil of gekerm van verdrietige of overstuur geraakte vrouwen of mannen. Dokters waren aanwezig om eerstehulp-diensten te verlenen, brancards om flauwgevallenen weg te dragen. De emoties waren groot in de Westerborkse schouwburgzaal.’
Siegfried van den Bergh (1912) kwam in juni 1942 als lid van de Joodse Raad in kamp Westerbork terecht. Op 25 februari 1944 werd Siegfried op transport gesteld naar Theresienstadt.